Hoe herken je censuur?
Een ‘ja, maar’, geplakt aan iets positiefs, maakt het geheel negatief. Zonde van de moeite die cliënt heeft gedaan. Censuur kent vele gezichten.
Verbale censuur
De expliciete 'ja, maren', zoals ‘iedereen zou dat toch doen’ of ‘zo goed was het nou ook weer niet’: wat positief is wordt negatief. In het boek Negatief zelfbeeld vind je een lijst met tientallen voorbeelden. Er is er niet één verzonnen, ik heb ze allemaal gehoord.
Intonatie
Aarzelingen of woorden die overdreven nadrukkelijk worden uitgesproken, een cynische toon of sarcasme? De uitspraak wordt niet als positief ervaren. Let op de toonhoogte aan het einde van een zin. Omhoog is positief, omlaag is negatief.
Non-verbale censuur
Tijdens het voorlezen uit het witboek lachen, grimassen, nee schudden, met de ogen rollen of een wegwerpgebaar met het hoofd maken.
Metacognities
Veel cliënten geven commentaar op zichzelf: ‘Niks op aan te merken, toch?’ of ‘Nou, nou, ik word nog een narcist’. Zo’n uitspraak zet alles op losse schroeven.