Overeenkomsten en verschillen met Comet
Beide interventies gaan er vanuit dat het geen zin heeft het negatieve schema te disconfirmeren. Comet stelt dat er wel allerlei positiefs in het geheugen aanwezig is, maar dat het niet beschikbaar is. De interventie richt zich erop die informatie beschikbaar te maken. Negatief zelfbeeld gaat er vanuit dat er door een jarenlang proces van selectieve waarneming weinig positiefs is opgeslagen in het geheugen en je het dus moet aanvullen wil het kunnen concurreren met het negatieve schema.
Contra-indicatie
Als cliënt geen positieve eigenschappen van zichzelf kan noemen, kan hij met Comet niet behandeld worden. In Negatief zelfbeeld wordt juist gewerkt aan het ontdekken van positieve eigenschappen (ook al kost je dat een aantal sessies) en het opbouwen van een alternatief zelfbeeld.
Het positieve zinnetje
Comet accepteert een smal alternatief zelfbeeld, ‘Ik ben betrouwbaar’ bijvoorbeeld. Ik vind dit te zwak als concurrent voor een globaal schema zoals ‘Ik ben een loser’ en zal dus met de cliënt blijven zoeken naar een globale maar wel acceptabele uitspraak.
Waarneming en gedrag
Comet leert de cliënt een ander beeld op te roepen in een problematische situatie die het negatieve zelfbeeld triggert, je zou het kunnen zien als een ‘eerste hulp bij narigheid’. Comet werkt niet aan de selectieve waarneming van de cliënt noch aan zijn disfunctionele gedrag.
In Negatief zelfbeeld wordt expliciet en gestructureerd gewerkt aan het veranderen van de aandachts- en waarnemingsbias en er wordt, als apart onderdeel, ook gewerkt aan het vervangen van het (beperkende) schemabevestigende gedrag door gedrag met meer beloningswaarde.