Je spreekt vaak over ‘het’ negatieve zelfbeeld alsof het niet bij de cliënt hoort. Doe je dat met opzet?
Ja, de cliënt heeft er baat bij het negatieve zelfbeeld als 'Fremdkörper’ te kunnen beschouwen. Bezijden de waarheid is dat niet. Heb je eenmaal een negatief zelfbeeld, dan gaat het zijn eigen gang. Selectieve informatieverwerking en vermijdings- en veiligheidsgedrag houden het negatieve beeld in stand.
Spreek over het zelfbeeld in onpersoonlijke termen
In plaats van je negatieve zelfbeeld, kun je termen gebruiken als 'het', 'die stem', 'de ondertiteling' of 'de 'ja, maren''. Ik houd ervan om het negatieve zelfbeeld te externaliseren.
Censuur te lijf gaan in groepen
Laat cliënten in zelfbeeldgroepen een ‘ja, maar-schriftje’ bijhouden. Wie een ‘ja, maar’ hoort, pakt het schrift en voegt de ‘ja, maar’ toe. De cliënt wordt gevraagd om te herhalen wat hij zei, maar nu zonder de 'ja, maar'.
Laat maar kletsen, dat negatieve zelfbeeld ...
Het beste is om die stem maar te laten kletsen, zonder ermee in discussie te gaan. Het ene oor in en het andere weer uit. Dat geldt niet alleen voor je cliënt. Laat hem als therapeut ook links liggen!